|
||
Witte
dovenetel Lamium album Naam De Nederlandse
naam dovenetel heeft te maken met de bladen, die lijken op die van de
brandnetel, maar zijn niet bezet met brandharen. Lamium
is afgeleid van het Griekse woord lamos (muil of
keelgat) en heeft betrekking op de muilvormige bloemkroon. Album betekent
" wit" . Standplaats Bodem: Zonnige
tot vaak licht beschaduwde, vaak iets open plaatsen op vochtige, voedselrijke
tot zeer voedselrijke, vaak omgewerkte grond (allerlei grondsoorten). groeiplaatsen:
Bermen (ruige plaatsen en langs paden), dijken, grasland (sterk bemest
weiland), bossen, bosranden, heggen, struwelen (voedselrijke zomen),
boomgaarden, langs muren, braakliggende grond, ruige plantsoenen en ruderale
plaatsen (o.a. bij mesthopen). Kenmerken De plant wordt
maximaal 30 tot 60 cm en is overblijvend. Hij bloeit in de maanden april, mei,
juni, juli, augustus en september. Hij zit in de grond met wortelstokken die
ondergrondse uitlopers heeft. De liggend-opstijgende stengels vertakken zich.
Vaak worden er matten gevormd. De bladeren zijn wintergroen, hartvormig tot
eirond, getand, gesteeld en zonder witte vlekken. de bloemen zijn
tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen).
De bloemen zijn wit of heel soms roze. Ze zijn 2 tot 2,5 cm lang. De kroonbuis
is aan de voet gebogen (S-vormig) en heeft van binnen een scheve haarring. De bovenlip is sterk behaard. De onderlip heeft 2
of 3 kleine tanden. De helmknoppen zijn zwart. Het stuifmeel is bleekgeel en de
kelk is vaak paars gevlekt. Culinair Het jonge blad
van de dovenetel kan in salades gemengd worden of als decoratie op gerechten. Het blad kan ook
als spinazie bereid worden of door stamppot of soep. Gaat ook goed bij
gevogelte en zeer goed bij makreel en forel. De bloemen kunnen
bij verschillende gerechten en bereidingen gebruikt worden, zoals limonade,
ijs, desserts, salades en dressing.
|
||
© Kruidenprikkels - sinds 2016
|