Teunisbloem                  Oenothera biennis

 

Naam

Teunisbloem is genoemd naar de heilige Antonius (later is dit verbasterd tot Teunis), omdat de plant bloeit omstreeks de sterfdag van deze heilige (13 juni). De naam Oenothera is lastig te verklaren. Er zijn meerdere verklaringen in omloop.

1. Oenothera is mogelijk afgeleid uit het Griekse oeneiar, dat " verkwikkende spijs" betekent.

2. Oenothera is een naam waarmee de oude Grieken een plant aanduidden die, met wijn gedronken, de mensen tot meer wijn drinken zou stimuleren, de mensen vrolijk en de dieren mak maakten.

3. Het woord is afgeleid van Oenanthe (een wijngaard en bloem). De oude Grieken noemden alle planten oenanthe die op dezelfde tijd bloeiden met de wijngaard of wiens bloemen dezelfde geur hadden.

4. Een vierde verklaring is dat wilde dieren de plant opzoeken vanwege de wijngeur.

Biennis betekent " tweejarig" .

 

Standplaats

De plant heeft behoefte aan de volgende bodem: Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, vaak omgewerkte (verstoorde) grond (zand en stenige plaatsen, soms op zavel of mergel).

 

De groeiplaatsen: Omgewerkte grond, bermen, zeeduinen (o.a. in laag duindoornstruwelen), dijken, ruigten (kalkrijke ruigten), afgravingen (zand- en steengroeven), langs spoorwegen (spoorwegterreinen), haventerreinen, industrieterreinen, bouwterreinen, bij steenfabrieken, braakliggende grond, opgespoten grond en stortplaatsen.

 

Kenmerken

De plant wordt 10 tot 150 cm. Het grote verschil komt doordat de plant in het eerste jaar een rozet is en pas in het tweede jaar gaat groeien. Zoals uit de Latijnse naam op valt te maken is het een tweejarige plant. De boeimaanden zijn juni, juli, augustus en september. De wortel is een dikke, vlezige penwortel.

De rechtopstaande stengels hebben geen rode knobbeltjes, behalve aan de voet en aan oude takken.

De langwerpige bladeren zijn zwak getand tot vrijwel gaafrandig. De rozetbladeren zijn soms aan de voet grof getand.

 

De bloemen zijn tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De kroonbladen zijn 2 tot 3 cm lang. De stijl wordt tot 1 cm lang. De kelkbladen zijn helemaal groen. De kelkbuis is minder dan 2 keer zo lang als de kelkslippen. Bij de gesloten bloemknop staan de topspitsjes van de kelkbladen evenwijdig. Het vruchtbeginsel heeft geen rode knobbeltjes.

 

Culinair

De bloemen kun je verwerken in salades en als garnering gebruiken.

De jonge bladeren kun je als slablad gebruiken of bereiden als spinazie.

De eenjarige wortel kun je koken en opbakken met roomboter, de plant is dan nog in rozet vorm.

Wortels kun je ook drogen en vermalen voor meel.

 

 
 

© Kruidenprikkels - sinds 2016

Terug