|
||
Grote ratelaar Rhinanthus angustifolius
Naam Rhinanthus komt
van het Griekse rhis of rhinos
(neus) en anthos (bloem), hetgeen slaat op de
bovenlip van de bloemkroon, die als een neus vooruitsteekt. Angustifolius
betekent "met smalle bladen". Standplaats Bodem: Zonnige
plaatsen op vochtige tot natte, soms vrij droge, matig voedselarme tot matig
voedselrijke, weinig of niet bemeste, zwak zure grond. Ook in zwak brak milieu
(vrijwel alle grondsoorten, behalve zeeklei). Grote ratelaar is een halfparasiet en parasiteert op grassen. Groeiplaatsen:
Grasland (hooiland), bermen, dijken, langs spoorwegen (spoorbermen), zeeduinen (duinvalleien en laagblijvend duingrasland),
grienden, waterkanten (slootkanten) en vroeger ook in akkers. Kenmerken De grote ratelaar
wordt 10 tot 80 cm hoog. Het is een eenjarige plant met een bloeiperiode van
mei t/m oktober. De wortels van de plant kunnen tot wel een halve meter diep
gaan. De rechtopstaande
stengels kunnen al dan niet vertakt zijn. Op de stengels zie je korte, zwarte
streepjes. Ze zijn niet of weinig behaard. De lijnvormige
tot langwerpig-eivormige bladen zijn 2 tot 5 mm breed. Ze zijn getand. De
langwerpige schutbladen zijn veel bleker dan de stengelbladen. Ze zijn langer
dan de kelken en hebben onderaan grote tanden. De bloemen zijn
tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen).
De bloemkelk is kaal of aan de rand behaard. De 1,6 tot 2 cm grote bloemen zijn
geel. Ze zijn zwak naar boven gebogen en de keel is gesloten. De bovenlip heeft
donker blauwpaarse, zelden bijna witte tanden van ongeveer 2 mm. De stempel
komt net buiten de bovenlip uit. Culinair Alleen de bloemen
kunnen worden gebruikt in salades of andere gerechten, maar wel met mate. Weetje Ratelaars zijn
half parasieten. Dat betekent dat ze, om te kunnen leven, ook voedingsstoffen
en water van andere planten gebruiken. Ratelaars parasiteren vooral op grassen.
Je kunt aan de omgeving van een groep ratelaars goed zien dat het gras er geel
wordt en verdwijnt. Daardoor krijgen de ratelaars weer meer zon en dat is goed
voor ze. Hun naam hebben ze gekregen doordat de zaden, als ze rijp en droog
zijn, een ratelend geluid maken als ze bewegen in de wind. De zaden blijven
maar een jaar goed. Vaak ontkiemen ze al in de winter.
|
||
© Kruidenprikkels - sinds 2016 |