Asperge Asparagus officinalis subsp.officinalis

Naam

Asparagus komt van het Griekse asparagos, dat volgens sommigen zou zijn afgeleid van sparasso (ik verscheur), wat zou slaan op de krachtige stekels bij een aantal soorten. Volgens anderen komt het van sparag(e)oo (tot barstens toe gevuld zijn), vanwege de vlezige spruiten. Officinalis betekent "geneeskrachtig of uit de apotheken".

Standplaats

Bodem: Zonnige tot half beschaduwde, open plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende tot kalkrijke, humushoudende grond (zand, leem en stenige plaatsen).

Groeiplaatsen: Struwelen en lichte bosjes, zeeduinen (o.a. tussen duinstruweel en in bermen), op rotsen langs de kust, ruderale plaatsen, bermen, rivierduinen, in (rivierbegeleidende) ruigten, industrieterreinen, langs spoorwegen (spoordijken), omgewerkte grond en braakliggende grond.

Kenmerken

30 cm tot 1,2 meter (soms nog hoger).

Overblijvend. (winterknoppen onder de grond).

Bloeimaanden: Mei, juni en juli.

Een dikke, houtige, kruipende wortelstok met lange, dikke wortels.

Rechtopstaande, dof donkergroene, sterk vertakte, kale stengels. Vaak struikachtig. In het najaar wordt de plant oranjebruin tot geel. Daarna verdwijnt zij bovengronds.

De eigenlijke bladeren zijn vliezige, driehoekig-eironde, spitse schubben van enige millimeters lengte, die aan de voet langs het eronder staande stengellid aflopen. Alleen de stengelbasis draagt wat grotere schubben. Ze worden spoedig bruin. De naaldvormige, groene takjes die in groepjes van drie tot 15 in de oksels van de schubvormige bladeren nemen de functie van de bladeren over..

Bloemen: Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten).

Culinair

Dezelfde bereidingswijzen als de normale groene asperges.

Weetje

De witte en de groene asperge is een dezelfde asperge alleen de witte wordt met grond afgedekt en de groene komt boven de grond en kleurt door zonlicht.

Terug