|
||
Akkerhoornbloem (cerastium arvense) Naam Cerastium komt
van het Griekse ceras (hoorn), vanwege de als een hoorn uit de kelk stekende
vrucht. Arvense betekent "op akkers groeiend". De Nederlandse naam
Akkerhoornbloem is een onjuiste naam. De plant is namelijk niet in akkers te
vinden. De soortaanduiding arvense kan behalve op bouwland namelijk ook op
grasland betrekking hebben. Standplaats Bodem: Zonnige,
open tot grazige plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke,
zwak zure tot vaak kalkrijke grond (zand, leem, l�ss, mergel of zavel). Groeiplaatsen: Bermen, grasland (grasvelden),
langs spoorwegen (spoordijken), dijken, zeeduinen (grasland aan de
binnenduinrand en tussen kruipwilg), rivierduinen (o.a. stuifplekken), muren,
greppelkanten en braakliggende grond. Kenmerken De hoogte van de
Akkerhoornbloem is 5 tot 30 cm. Hij is overblijvend, dat wil zeggen dat het een
meerjarige plant is. De bloeimaanden zijn april t/m juli. Worteldiepte tot
10 cm. Stengels: De
plant vormt grote plakkaten (zodevormend). De stengels (en bladen) zijn kort,
afstaand behaard. Met opstijgende bloeistengels. De vegetatieve (niet
bloeiende) scheuten liggen uitgespreid en wortelen op de knopen. De
langwerpig-lancetvormige of lijn-lancetvormige bladen zijn vrij sterk behaard,
maar niet viltig. Vaak met bosjes bladen in de bladoksels. Bloemen:
Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen).
Vaak is de bloei uitbundig. De enigszins klokvormige bloemen vormen samen ijle
schermen met 5 tot 15 bloemen. Ze zijn 1,2 tot 2 cm in doorsnede. De diep
uitgerande (diep 2-lobbige) kroonbladen zijn wit. De kelk en de bloemsteel zijn
beklierd. Stijlen: 5. De bloeistelen staan in de oksels van blaadjes die van
onderen met elkaar vergroeid zijn. De schutbladen hebben vliezige, gewimperde
randen. Culinair De bloem kan in
mindere mate worden genuttigd. Ze hebben geen bereiding nodig, bijvoorbeeld als
decoratie in salades of op hoofdgerechten en desserts.
|
||
© Kruidenprikkels sinds - 2016 |