Akkerdistel                            (Cirsium averse)

 Naam

Cirsium is afkomstig van het Griekse woord kirsos (gezwollen ader of spatader). Distels werden vroeger als remedie hiertegen gebruikt. Kirsion betekent "distelsoort" en arvense "op akkers groeiend".

 

Standplaats

Bodem: Zonnige of zelden licht beschaduwde, open plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke, omgewerkte grond.

Groeiplaatsen: Waterkanten (ruige oevers, aanspoelselgordels langs rivieren en langs zeearmen), akkers (graanakkers), grasland (open plekken in weiland en hooiland), bermen, heide, ruderale plaatsen, ruigten, bossen (loofbossen en jonge bosaanplantingen), kapvlakten, wanden van afgravingen, opgespoten grond, drooggevallen zandplaten, ingedijkte zandplaten, op vloedmerk in brakke omgeving en zeeduinen.

 

Kenmerken

De hoogte van de overblijvende plant is 60 cm tot 1,2 meter. Bloeimaanden: Juni, juli, augustus en september.

 

De wortels kruipen ver en zijn sterk vertakt. Er zijn zowel horizontale als verticale wortels. Deze gaan soms tot 2 meter diep. Kleine worteldelen kunnen tot nieuwe planten uitgroeien.

 

De gegroefde, meestal vertakte is niet of zeer smal stekelig gevleugeld en bovenaan niet gevleugeld.

Bladeren: Behalve in het kiemplantstadium wordt geen bladrozet gevormd. De lancetvormige, glanzende bladen zijn aan de randen stekelig, bochtig veerspletig en meestal sterk gekroesd of ze zijn ongedeeld en dan tamelijk vlak. De aan de bovenzijde donkergroene en kale bladen kunnen aan de onderzijde zilverig wit zijn. De bovenste bladeren zijn niet gesteeld.

 

Bloemen: Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De meeste planten zijn tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen aan verschillende planten). De lang gesteelde bloemhoofdjes (1,5-2,5 cm lang) staan alleen of met 2 tot 5 bij elkaar in schermvormige pluimen. De welriekende bloemen zijn lichtpaars of zelden wit. Bloemen tot aan de voet 5-delig. De mannelijke bloemen zijn groter dan de vrouwelijke. De opgerichte omwindselbladen eivormig, paarsig, aan de top nauwelijks stekelig puntig. Het omwindsel is spinnenwebachtig behaard.

 

Culinair

De jonge loten zijn goed rauw eetbaar na het verwijderen van de stekels. Verder kun het na bereiding ook goed eten. De bloem is te vergelijken met artisjok qua bereiding. De wortels van de plant zijn ook eetbaar. Deze moeten eerst geschild worden en daarna gekookt.

 
 

 

© Kruidenprikkels - sinds 2016

Terug