|
||
Zuurbes
Berberis vulgaris Naam Berberis komt
misschien van het Griekse berberi (schelp), hetgeen
dan betrekking zou hebben op de holle vorm van de kroonbladen, maar volgens
anderen is het een verbastering van amirbaris, zoals,
volgens Dodonaeus, de plant in Turkije heette.
Vulgaris betekent " gewoon" . Standplaats Bodem: Zonnige
plaatsen op droge tot vochthoudende, kalkrijke, vrij voedselarme grond. In
zuidelijker streken ook op kalkarme plaatsen (mergel, duinzand en rotsachtige
plaatsen). Groeiplaatsen:
Zee duinen (duinstruwelen), bossen (lichtrijke plaatsen), bosranden, struwelen,
heggen en steile kalkhellingen. Kenmerken 1 tot 4 meter. Overblijvend. Bloeimaanden: Mei
en juni. De lange takken
zijn min of meer boogvormig, bruin of geelachtig en meestal met driedelige
dorens. In de oksels groeien korte zijtakjes met een groepje bladeren, die
uitlopen in een overhangende tros. In het jaar na de bloei groeien de zijtakjes
uit tot lange takken. De blauwgroene
bladeren zijn 2 tot 6 cm. Ze zijn langwerpig omgekeerd eirond, gezaagd of
getand en aan de voet in een korte steel versmald. Aan korte 3-doornige takjes
staan ze dicht bijeen. Er zijn geen steunblaadjes. Bloemen:
Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen).
Hangende, 3 tot 6 cm lange trossen, die tegenover elkaarstaan of in kransen van
3 groeien, met zeer kleine schutblaadjes aan de voet van de bloemstee. De 6 tot
8 mm grote, sterk geurende bloemen zijn heldergeel en met 6 meeldraden en 1
stamper. Vruchten: Een
bes. De eetbare, maar zure, langwerpige bessen zijn oranjerood en bevatten 2
zaden. Culinair Van de bloesem
kan een bijzondere limonade gemaakt worden, ook een sorbetijs ervan heeft een
bijzondere smaak. De bessen kunnen
met mate gebruikt worden. Je kunt ze drogen
en vermalen of meestoven in verschillende stoofschotels. Ook in patisserie
voelt de bes zich redelijk thuis.
|
||
© Kruidenprikkels - sinds 2016 |