Gelderse roos                        Viburnum opulus

  

 

 Naam

Viburnum komt van het Latijnse viere (buigen of vlechten) of vibro (zwaaien of trillen), vanwege de buigzame takken. Opulus is afgeleid van opalus, de oude Latijnse naam voor de esdoorn en werd aan deze plant gegeven vanwege de gelijkenis van de bladeren.

 

Standplaats

Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot licht basische, kalkhoudende, humeuze grond (zand, leem, lemig zand en zandige klei) met een goed verterende strooisel laag.

Groeiplaatsen: Bossen (loofbossen, kwelplekken in bronbossen, natte bossen, moerasbossen en beekbossen), bosranden, struwelen, heggen, beschaduwde waterkanten en zee duinen.

 

Kenmerken

1½ tot 3 meter.

Overblijvend.

Bloeimaanden: Juni.

Een weinig diepgaand wortelstelsel.

De takken zijn kaal en grijsachtig. Jonge takken hebben stompe kanten. De knoppen zijn geschubd.

De tot 12 cm grote bladeren zijn rondachtig met 3 tot 5 lobben. Van onderen zijn ze behaard, van boven kaal. De blad lobben zijn onregelmatig getand. De bladsteel heeft een aantal halvemaanvormige aanhangseltjes en vlak boven de voet enige draadvormige aanhangseltjes.

Bloemen: Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte bloemen vormen samen brede, schermvormige pluimen van 5 tot 10 cm.

Vruchten: Een steenvrucht. De rode bolvormige (giftige) bessen zijn 0,8 tot 1 cm groot.

 

   

Culinair

Van de bessen wordt gezegd dat ze giftig zijn maar de bessen hebben geen giftige bestanddelen zoals de bladeren en de bast.

Leg de bessen eerst een paar dagen in zijn diepvries. Worden de vruchten zoeter en leveren veel meer smaak op.

Daarna kun je ze verwerken tot couli, jam gelei of likeur en ook ijs is een mogelijkheid.

Aan de bessen zit een beetje muffe lucht, die geur kun je wegnemen door middel van citrusvruchten toe te voegen.

 

 
 

© Kruidenprikkels - sinds 2016

Terug