|
||
Egelantier
Rosa rubiginosa (Rosa
eglanteria) Naam Rosa is het
Latijnse woord voor " roos" . De naam komt via het Griekse rodon van het Oud-perzische wurdo, waar het 'doornstruik' betekende. Rubiginosa betekent " roestig of roestkleurig" Standplaats Bodem: Zonnige
plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke grond
(zand, mergel, leem, klei en stenige plaatsen). Groeiplaatsen:
Hagen, struwelen, bosranden, zee duinen (duinstruweel), grindstranden, bermen,
hoge zandige uiterwaarden en kalkhellingen Kenmerken 60 cm tot 2 meter. Overblijvend. Bloeimaanden:
Juni, juli, augustus. De rechtopstaande
takken hebben brede haakvormig gekromde stekels en soms ook naaldvormige
stekels. De bladeren zijn
5- of 7-tallig met vrij kleine eironde, enkel of dubbel gezaagde deelblaadjes,
die aan de bovenkant glanzend en van onderen dicht bezet met klieren zijn. Bij
wrijven verspreiden ze een zoetzure appelgeur. Meestal zijn er weinig gewone
haren. Bloemen:
Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen).
De rozerode bloemen zijn 1,8 tot 2,8 cm groot en staan alleen of met 2 of 3 bij
elkaar. De kroonbladen hebben een bijna witte nagel. De bloemstelen worden tot 1
cm, zelden tot 1� cm lang. De kelkbladen staan na de bloei af en vallen niet
snel af. Vruchten: Een
vlezige schijnvrucht. De vuurrode bottels zijn bolvormig tot eivormig. Soms zijn
ze bedekt met gesteelde klieren(lijken op haartjes). Meestal zit boven op de
bottel een kroontje van rechtopstaande tot afstaande kelkbladen. Culinair Van de bottels kun
je nadat je het zaad heb verwijdert allerlei producten maken zoals, jam, couli, gelei, smoothies enz. Ook kun je het
vlees drogen of vermalen voor in patisserie of andere gerechten. Van het jonge blad
kun je thee zetten en ook drogen om het te bewaren voor later in het jaar. De bloesem kan
gebruikt worden in salades of desserts, voor siropen of rozenbottelwater. Het blad heeft een
mooie appelgeur die vooral in thee tot zijn recht komt.
|
||
© Kruidenprikkels - sinds 2016 |