Eenstijlige en tweestijlige meidoorn              Crataegus monogyna en Crataegus laevigata

 

  (Foto Eenstijlige meidoorn)

 

Naam

Crataegus is afgeleid van het Griekse krata (kop) en aix (geit), dus geitenkop, maar volgens anderen komt het van het Griekse kratos (kracht), om de hardheid van het hout. Monogyna betekent " met ��n stamper" .

Crataegus is afgeleid van het Griekse krata (kop) en aix (geit), dus geitenkop, maar volgens anderen komt het van het Griekse kratos (kracht), om de hardheid van het hout. Laevigata betekent " glad" (alsof het gepolijst is).

 

Standplaats

Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke grond (alle grondsoorten). Eenstijlige meidoorn heeft een grotere lichtbehoefte dan Tweestijlige meidoorn.

Groeiplaatsen: Heggen, struwelen, bosranden, bossen (open plekken in loofbossen), zee duinen (randen van vochtige duinvalleien), bermen, steile hellingen, rotsen, waterkanten (oeverwallen langs beken en rivieren en langs sloten) en dijken.

 

Kenmerken eenstijlige

2 tot 10 meter.

Overblijvend. Bloeimaanden: Mei en juni.

De takken zijn sterk gedoornd.

De driehoekige bladeren zijn omgekeerd-eirond tot waaiervormig. Ze zijn diep gespleten (meestal tot op of over de helft). De bladlobben zijn alleen aan de top gezaagd met ongelijke zaagtanden. Van onderen zijn ze vooral in de nerfoksels iets behaard. De steunblaadjes hebben een gave rand of ze zijn grof getand.

Bloemen: Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De geurige, witte of soms lichtroze bloemen vormen schermvormige pluimen. Ze zijn 0,8 tot 1,5 cm groot en hebben 5 afgeronde kroonbladen.

Vruchten: Een pitvrucht. De bol- of eivormige bessen zijn donkerrood, melig en worden 0,6 tot 1 cm groot. Ze bevatten maar 1 zaad.

 

Kenmerken tweestijlige

2 tot 5 meter, zelden tot 10 meter.

Overblijvend.

Bloeimaanden: Mei.

Meestal met minder dorens dan Eenstijlige meidoorn.

De bladeren van de korte takken zijn ruitvormig en alleen aan de top gelobd (zelden over meer dan 1/3 deel). De 3- of 5-lobbige bladeren hebben blad lobben, die min of meer afgerond zijn. De bladrand is gezaagd, behalve aan de wigvormige bladvoet.

Bloemen: Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte bloemen zijn 1 tot 1,5 cm groot. Meestal zijn er 2 of 3 stijlen. De kelktanden zijn breed, vrij stomp en ongeveer even lang als breed.

Vruchten: Een pitvrucht. De bessen zijn bol- of eivormig, rood en bevatten 2 of 3 zaden.

 

Culinair

De bessen kunnen het best 1 of 2 dagen in de vriezer gelegd worden omdat ze dan wat zachter en zoeter worden.

Van de bessen kun je jam, gelei, ijs, sauzen en alcoholische dranken maken.

In februari kun je de knopjes gebruiken voor een knapperige bite in gerechten.

Iets verder gegroeid kun de spruiten in salades, stamppotten en pasta gerechtjes gebruikt worden.

Van de bloesem kun je een mooie limonade maken of prikkelende wijn.

De bloesem kun je ook verwerken in salades, gerechten en desserts.

 

 
 

© Kruidenprikkels - sinds 2016

Terug