|
||
Dauwbraam Rubus caesius Naam Rubus is verwant
aan het Latijnse ruber (rood). Onrijpe bramen zijn
namelijk rood. De soortaanduiding caesius betekent
" licht blauw" .
|
||
Standplaats Bodem: Zonnige
tot soms half beschaduwde plaatsen op warme, droge tot vochtige, matig
voedselrijke, stikstofrijke, neutrale tot vaak kalkhoudende grond (kalksteen,
klei, zand, mergel, laagveen en stenige plaatsen). Groeiplaatsen:
Bossen (lichte plekken in loofbossen en in de hoogste delen van schietwilgbossen),
struwelen, bosranden, hagen, zeeduinen, waterkanten
(beekoeverwallen, steile slootkanten en kribben), bermen, langs holle wegen,
langs spoorwegen (spoordijken en op ballastbedden van weinig of niet gebruikte
spoorlijnen), kalkhellingen, braakliggende akkers, aan de voet van muren en in
knotwilgen. Kenmerken 20 tot 80 cm. Overblijvend.
(winterknoppen op of iets onder de grond). Bloeimaanden:
Mei, juni en juli. Wortels:
Worteldiepte tot meer dan 1 meter. De stengels zijn
rond. In de duinen kruipen en wortelen de stengels op de knopen, waarbij ze
bladrozetten vormen. De stengels sterven elk jaar bovengronds af. Elders zijn
de takken meer boogvormig en overwinteren. In het tweede jaar hebben ze
bloeiende zijtakken. Daarna sterven ze af. Niet-bloeiende stengels hebben een
dikke waslaag en veel kleine stekels. De 3-tallige
bladeren zijn lichtgroen en kort behaard. Ze hebben zittende, vaak gelobde
zijblaadjes. De bladsteel is gegroefd. De steunblaadjes zijn langwerpig. Bloemen:
Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen).
Er zijn maar weinig bloemen per tros. Ze zijn wit en 1½ tot 2½ cm groot. De
kroonbladen zijn eirond tot rond en langer dan de grijsviltige kelkbladen. Vruchten: Een
steenvrucht. De bramen zijn vrij klein. Elke braam bestaat uit 5 tot 20
deelvruchtjes. Ze zijn licht dofblauw door een
waslaag, zuur, zeer sappig en eetbaar. Ze vallen samen met de bloembodem af. Culinair De dauwbraam
heeft een mooie zachte ronde smaak en heeft dezelfde bereidingswijze als de
gewone braam.
|
||
© Kruidenprikkels - 2016 |